Eindspel broedsucces grutto in de polders in volle gang
Het is eind mei. De zon is op en het beloofd na al die regen een droge dag te worden. Ook de wind is matig. Niets staat een succesvolle tweede broedvogeltelling van de weidevogels in één van de polders in de Krimpenerwaard in de weg.
Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de aantallen weidevogels in de Krimpenerwaard voeren we jaarlijks twee keer een uitgebreide monitoring uit, de zogenoemde BTS tellingen.
De eerste tellingen in april gaan over de aanwezigheid van broedparen. De tweede keer, eind mei, is gericht op de aanwezigheid van kuikens. We hopen daarmee een goed beeld te krijgen over het broedsucces van de weidevogels in onze mooie polders.
Weidehof krijgt bij deze tellingen hulp van ecoloog Rudi Terlouw en een aantal vaste vrijwilligers.
Terug naar het veld….Ondanks de goede weersomstandigheden is het best lastig. Het gewas staat op veel plekken hoger dan in april en ook het gedrag van de grutto’s – BTS tellingen gaan over onze nationale vogel – is soms lastig te duiden.
Verheugd zijn we over het aantal kieviten, tureluurs en scholeksters, maar we treffen weinig alarmerende grutto’s. Zelfs wanneer we een stuk het weiland in lopen is er minder activiteit dan we hoopten.
Toch blijkt het in de diverse polders in de Krimpenerwaard zeker niet slecht te gaan. We draaien, om het in beurstermen te verwoorden, zwarte cijfers. Een winstwaarschuwing is echter op z’n plaats – want voordat de jonge grutto’s vliegvlug zijn kan er nog van alles misgaan. Het gaat om het eindspel: wel maaien, niet maaien, een groot stuk laten staan of lukt het toch om te weiden. En dan hebben we het nog niet over de andere belangrijke factor die invloed heeft op het succes: de predatie. Ondanks alle inspanningen ter voorkoming ervan, speelt het zeker in het de kuikenfase een grote rol.
We zitten midden in de finale waarvan de uitkomst nog niet duidelijk is. Wij zullen er samen met de agrariërs alles aan doen om in juni de kuikens voldoende ruimte te geven, zodat de vliegvlugge jongen met hun ouders mee kunnen vliegen terug naar Afrika.