Verslag 6
Door weidewachter Greetje de Back
Polder Hitland
Vanaf april tot eind augustus inventariseerden we planten langs alle sloten in het gebied van melkveehouder Adri Verduyn, waarbij t/m mei de focus lag op het tellen van de weidevogels. Terloops namen we de planten mee.
Vanaf juni lag de nadruk weer op de flora en liepen we systematisch alle slootranden af totdat ze werden gemaaid om verruiging tegen te gaan. We telden om precies te zijn 111 soorten, maar we hebben niet alle soorten kroos en grassen kunnen benoemen.
Bij de telling is ook niet meegenomen of ze veel en in alle slootkanten voorkwamen. Over het algemeen groeien de meeste soorten op voedselrijke grond. Een enkele plant kiest voor matig voedselrijke grond, zoals grote wederik, kale jonker en veldzuring. Weer andere soorten gaan voor stikstofrijke bemeste grond, zoals blaartrekkende boterbloem, knikkend tandzaad en reukeloze kamille. En we noteerden één bloeiende penningkruid en twee zwanenbloemen. Langs vrijwel alle slootkanten zagen we blauw glidkruid, echte koekoeksbloem, gele lis, grote egelskop, harig wilgenroosjes, kale jonker, moerasvergeet-me-nietje, speerdistel, watermunt, waterzuring en wolfspoot. Keuze te over!
Het is de eerste keer dat we de slootranden hebben geïnventariseerd. Er is dus geen vergelijking met voorgaande jaren. We weten dus ook niet of het een rijke begroeiing is. Wel vonden we het in ieder geval verrassend dat we steeds nieuwe soorten vonden. Eigenlijk zouden we de tellingen vaker en intensiever moeten doen om een goed beeld te krijgen van wat er langs de slootkanten groeit en bloeit. Het is dus zeker voor herhaling vatbaar.