2024, slecht jaar voor zwarte stern in de Krimpenerwaard
De zwarte stern Is een van de 39 sternsoorten die op onze aardbol voorkomen. Van die 39 worden er 3 soorten, de witwangstern, de witvleugelstern en de zwarte stern, tot de moerassterns gerekend omdat ze in een moerassige omgeving op planten op het water broeden. In de Krimpenerwaard broedde de zwarte stern van nature op “matten” van krabbenscheer, maar omdat krabbenscheer steeds minder voorkomt in de sloten moeten de sterns worden ondersteund door vlotjes, waarop ze kunnen broeden.
Het voordeel hiervan is dat de locaties van die vlotjes bekend zijn, waardoor het monitoren gemakkelijker is. Nadelen zijn er ook – want het is veel (vrijwilligers-)werk en er zijn materiaalkosten aan verbonden. Jaarlijks worden er vlotjes neergelegd door Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Weidehof Krimpenerwaard en door de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Overigens worden er ook sporadisch broedsels op natuurlijke vegetatie waargenomen.
De verslaglegging
In dit verslag worden de resultaten van alle drie partijen vermeld.
- Er broeden de laatste jaren 1200 tot 1300 paar zwarte sterns in Nederland. Daarvan broedt bijna 1/6 deel in de Krimpenerwaard en dat geeft aan hoe belangrijk dit gebied is voor deze soort.
- Het “Kansenboek Zwarte Sterns” geeft aan dat er 250 broedparen in de Krimpenerwaard hun jongen zouden kunnen groot brengen (voedsel, broedgelegenheid en veiligheid). In het Kansenboek staan adviezen zijn over acties die we zouden kunnen uitvoeren. Om 250 broedparen zwarte sterns te kunnen plaatsen hebben we ongeveer 750 vlotjes (3 vlotjes voor 1 broedpaar!) nodig.
- Er valt in de hele Krimpenerwaard (nog) voldoende voedsel te halen, ook in het westelijke deel. Maar de meeste stern kolonies vinden we in de oostelijke helft van de Krimpenerwaard. In de sloten in het westelijk deel ligt veelal krabbenscheer in de vorm van losse planten en die bieden jonge pullen weinig bescherming tegen vliegende predatoren, als de kleine mantelmeeuw, zwarte kraai en bruine kiekendief. In de oostelijke helft van de Krimpenerwaard komt veel gele plomp voor. Bij gevaar kunnen de jongen pullen zich onder de bladeren van deze plant verbergen.
- Het aantal geschikte locaties wordt langzaam minder. Er is steeds minder gele plomp door het schonen van sloten. Daarnaast wordt de plant ook aangetast door verontreiniging en opgegeten door de Amerikaanse rivierkreeft.
Resultaten 2024 van de NVWK kolonies
Ook dit jaar zijn door vrijwilligers van de zwarte stern werkgroep NVWK en een aantal agrariërs de vlotjes voor de zwarte stern weer rond 25 april uitgelegd. Het monitoren vond in de gehele periode slechts eenmaal per week plaats. De resultaten daarvan worden hieronder per locatie vermeld. Daarbij aangegeven dat een broedsucces van 0,78 voldoende is om de populatie in stand te houden.
In Vlist zijn bij twee agrariërs vlotjes neergelegd. Bij één agrariër zijn in 2 sloten 33 vlotjes uitgelegd en 11 broedparen geregistreerd. Volgens de tellingen zijn er 3 jongen vliegvlug geworden, maar volgens de melkveehouder in kwestie was het resultaat beter.
Het gemiddelde kwam volgens de tellingen van de NVWK uit op 0,27 en dat is wel een stuk minder dan in 2023: 1,7. Bij de andere agrariër lagen 31 vlotjes in 2 sloten, neergelegd door de werkgroep en de boer zelf. De 22 broedparen zaten in beide sloten en brachten 21 jongen groot, een succesvol gemiddelde van 0,95.
Richting de Lopikerwaard zijn er twee agrariërs die meedoen. In totaal zijn er 50 vlotjes uitgelegd in sloten met ook gele plomp. Het totaal aantal broedparen was 14 en er werden zes vlieg vlugge jongen geteld. Het broedsucces viel echter tegen. Zo was een zuidelijke kolonie bezet met 3 broedparen en 1 vliegvlug jong, terwijl daar in 2023 nog sprake was van 32 broedparen met 47 vliegvlugge jongen. Met een broedsucces van gemiddeld 0,33 is er sprake van een dieptepunt.
In Schoonouwen zijn er bij 1 agrariër 22 vlotjes uitgelegd in 2 sloten met daarop 5 broedparen en 5 vliegvlugge jongen. De sloot was matig bedekt met gele plomp. Ook hier het was het broedsucces lager dan in 2023. Toen broedden er 10 zwarte sterns.
Benedenkerk wordt onderverdeeld in noord en zuid. Er doen twee agrariërs mee. Een boer legde de vlotjes zelf uit in een put met gemengde begroeiing van gele plomp en gele lis. Een succes! Op 31 vlotjes broedden 14 paren zwarte sterns. Gezamenlijk brachten ze 12 vliegvlugge jonge groot. Een groot succes! De score van 0,85 is genoeg om de populatie te laten groeien. Bij de andere agrariër zijn 16 vlotjes uitgelegd in een sloot met gele plomp. Acht paartjes brachten er in ieder geval 2 jongen groot. Een mager gemiddelde van 0,25. Volgend jaar zullen er ook in een sloot meer naar het zuiden vlotjes worden uitgelegd.
In Berkenwoude doen 2 agrariërs mee, waarvan bij een helaas geen vlotjes werden bezet. Bij de andere agrariër lagen er 24 vlotjes tussen de gele plomp. 3 broedparen maakten er gebruik van en dat leverde 3 vliegvlugge jongen op. Het gemiddelde broedsucces komt op 1,0. Voor volgend jaar wordt overwogen om de kolonie te beschermen door het plaatsen van een afzetting, zodat bootjes niet te dicht langs de kolonie kunnen varen.
Het totaalresultaat van de NVWK 2024: slechtste broedsucces in ruim 20 jaar
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
238 | 80 | 54 | 0.68 |
Het broedsucces in 2024 was met 80 broedparen het slechtste wat is geteld in de ruim 20 jaar dat door de NVWK vlotjes worden uitgelegd en gemonitord. Dit jaar zijn er 5 vlotjes meer uitgelegd en ondanks dat was de bezetting dit jaar beduidend slechter dan het topjaar 2023, toen we 106 broedparen telden. Sinds 2019 lag het gemiddelde broedsucces zelfs altijd ruim boven de 1,0 ( in het topjaar 2023 lag het gemiddelde nog op 1,37 met 145 vlieg vlugge jongen).
Vorig jaar werden alle kolonies voor het eerst rond het vliegvlug worden van de jongen 2 keer per week gemonitord. Dat gaf een veel nauwkeuriger resultaat. Dit jaar werden door omstandigheden de kolonies slechts een keer per week gemonitord. Hierdoor zullen ongetwijfeld vliegvlugge jongen niet geteld zijn, maar ondanks dat is het gemiddelde broedsucces door de NVWK geteld, wel erg laag.
Resultaten 2024 in de Krimpenerwaard van de ZHL kolonies
Polder Den Hoek, 7 koloniën gemonitord door Adrie Noorlander en Max Ossevoort.
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
72 | 24 | Onbekend * | Onbekend |
Ondanks een lichte daling van het aantal vlotjes nam het aantal broedparen toe van 17 naar 24 t.o.v 2023 en dat is positief.
Polder de Nesse, 5 koloniën gemonitord door Max Ossevoort. Dit jaar zijn 4 kolonies bij de broedparentelling geteld met de drone, kosteloos ingezet door Raymond de Vries van “4D Precisie Natuurbeheer”.
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
53(9, 10,10,12,12) | 8 (4,0,3, 1,0) | Onbekend * | Onbekend |
Vier van de vijf kolonies liggen in sloten met krabbenscheer, 1 sloot heeft geen begroeiing. Van deze 4 kolonies waren slechts 2 bezet (4 om 1 broedpaar), maar dat was van korte duur. De vogels verlieten de vlotjes weer tijdens het broedseizoen. Het aantal vliegvlugge jongen van de vijfde kolonie is onbekend. De slechte bezetting in deze polder is ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023.
Het totaalresultaat van het ZHL 2024
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
125 | 32 | Onbekend | NTB |
*) Doordat geen schriftelijke toestemming werd afgegeven om de betreffende terreinen te betreden konden de vliegvlugge jongen niet worden geteld en tasten we wat betreft het aantal uitgevlogen jonge zwarte sterns in het duister.
In totaal zijn er 59 vlotjes minder uitgelegd dan in 2023 (184). Het totaal aantal broedparen nam toe van 21 in 2023 naar 32 in 2024.
Resultaten 2024 van Weidehof Krimpenerwaard.
De kolonies zijn gemonitord door Mariëlle Oudenes en Celia Bakker van Weidehof Krimpenerwaard. In Bovenberg - Tussenlanen doen twee agrariërs mee. In totaal gaat het om 26 vlotjes in sloten met bij één van hen volop gele plomp. De sterns wisten al snel de sloot weer te vinden. De vestiging was succesvol en er werden volop eieren gelegd.
In de kuikenfase zijn er drie hoopjes veren van vliegvlugge jongen gevonden op het kavelpad van de deelnemer. Na onderzoek bleek dat ze gepredeerd zijn door een vogel. Ook zijn er resten van volwassen sterns gevonden in een nabij gelegen nestkast van een torenvalk. Met 16 broedparen en 15 vliegvlugge jongen komt het gemiddelde broedsucces op 0,94, aanzienlijk lager dan voorgaande jaren. Op de tweede locatie, dicht in de buurt van de grote kolonie, zijn 3 broedparen gevestigd. Het broedsucces met 1,33 was goed maar ook minder succesvol dan vorig jaar. In Benedenberg zijn bij één agrariër in 2 sloten dichtbij elkaar vlotjes neergelegd. In totaal ging het om 16 vlotjes. In 1 sloot vestigden zich 3 paren. Helaas kwam er maar 1 broedsel uit en de 3 pullen waren na 14 dagen verdwenen. Wel werd er een groep van maar liefst 26 kraaien gezien. In Den Hoek doet 1 agrariër mee en al jaren met succes. Daarom legden we hier op drie plekken 26 vlotjes neer tussen de gele plomp. Op 1 van die plaatsen zijn er 8 broedparen gemonitord. Het was er een drukte van belang met vliegvlugge jongen, die voorspoedig opgroeiden. In totaal zijn er 16 grootgebracht. Een prachtig broedresultaat van gemiddeld 2,0, genoeg om de populatie te laten groeien. Er zijn nog meer vlotjes uitgelegd bij agrariërs in het gebied Vlist, Bovenberg en Tussenlanen in Bergambacht, IJsseldijk-Noord in Ouderkerk, Benedenheul in Stolwijk en in Ammerstol. Op deze vlotjes zijn de zwarte sterns helaas niet gevestigd.
Het totaalresultaat van Weidehof Krimpenerwaard 2024
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
148 | 30 | 38 | 1.27 |
Het totaalresultaat van alle door de NVWK, het Weidehof en het ZHL uitgelegde vlotjes
Aantal vlotjes | Broedparen | Aantal vlieg vlugge jongen | Gemiddeld per broedpaar. |
---|---|---|---|
511 | 142 (incl. ZHL 32 | 92 (alleen Weidehof en NVWK) | 110:92= 0,57* |
*) Het gemiddeld broedsucces is, door het ontbreken van gegevens over vliegvlugge jongen van het ZHL, niet compleet.
Foto zwarte stern kuiken: Max Ossevoort
Samenvatting: 2024 rampjaar voor de zwarte stern
- Er zijn 84 vlotjes (ZHL -59, Weidehof -30, NVWK +5) minder uitgelegd dan in 2023. Het aantal broedparen was 142, 28 minder dan 2023. Het aantal vliegvlugge jongen was 113 minder dan in 2023.
- De zwarte stern heeft een gemiddelde nodig van 0,78 vlieg vlug jong per broedpaar om de populatie in stand te houden. Met een totaal gemiddeld broedsucces van 0,57 zitten we daar dit jaar ver onder. Het jaar 2024 was hierdoor in de Krimpenerwaard een rampjaar voor de zwarte stern.
- Inzet van een drone door Raymond de Vries van “4D Precisie Natuurbeheer” blijkt een uitstekende methode voor de broedparentelling voor de zwarte stern. Met name daar, waar restricties van monitoring gelden en de kolonies erg ver van de weg vandaan liggen. De vogels blijven rustig op hun nest zitten tijdens de vlucht van de drone. Er is dus weinig verstoring en het geeft een nauwkeurigere score.
Laten we hopen dat de resultaten in 2025 weer op het niveau uitkomt van het topjaar 2023.
Vermoeden van nog niet gemonitorde broedgevallen
Mocht je vermoedens hebben over eventuele broedgevallen van zwarte sterns, bv op ‘’natuurlijk materiaal,, dan kun je contact opnemen met Wim Sloof (06-18242683) of Max Ossevoort (0182-350778 of 06-58870179). Zij kunnen deze broedparen dan monitoren.